... met een elektronisch cliëntdossier
Een verbod op paddo’s en roken in het café
Met de OV chip kaart
En een economie die zorgen baart
Met onze mannen in Tsjaad
En de groeiende bemoeienis van moedertje staat
Maar ook met Obama for president!
De Eindhovense burgemeester die zijn vak kent!
Want Eindhoven krijgt legaal zijn wiet!
Fortis heeft weer extra krediet!
Met Wouter Bos die ons moed geven zal!
En met de toppers op het songfestival!
Maar aan 2009…
Moeten we zelf kleur geven
Want alleen jij bepaald,
wat je uit 2009 haalt
vrijdag 26 december 2008
dinsdag 2 december 2008
Ik geniet van Zwarte Piet
2 December 2008.
Geschreven door: Merle Witjes.
Sinterklaas is niks zonder hem. Kinderen kijken tegen hem op. Ouders worden even ontzien van hun opvoedtaak en mij laat hij genieten van alle gezelligheid die om het Sinterklaasfeest heen hangt. Ik heb het over onze vriend, Zwarte Piet. Men moet hem niet meer. Die arme man heeft zich jaren ingezet voor ons land en ineens moet hij verdwijnen. Johan Cruijf zien we toch ook nog steeds op tv?
Petra en Annette, twee kunstenaars die de opdracht krijgen om kunst te maken over Nederland. Becoming Dutch genaamd. Dan ga ik er toch vanuit, dat je iets leuks maakt. Iets wat ons aanspreekt, je krijgt namelijk niet voor niets zo’n opdracht. Een Zweed en een Duitser die alleen een demonstratie tegen Zwarte Piet kunnen bedenken. Dan vinden ze het gek, dat Nederlanders hier pissig om worden. Het gezeur over Nederland ben ik nou wel een keer zat. Dat was echt niet de bedoeling van ‘Becoming Dutch’, om even lekker te gaan zeiken over ons land. Hij komt weliswaar uit Spanje, maar het is toch onze Zwarte Piet. Minstens net zo heilig als James Bond of majoor Boshard.
‘Wat is kunst?’. In het debat over Zwarte Piet gaven de kunstenaars het volgende antwoord: ‘alles wat je kunt waarnemen’. Het hoeft tegenwoordig geen enkele betekenis meer te hebben, als je het maar kunt waarnemen. Dit gaat wel heel ver, er mogen nog wel wat eisen aan kunst gesteld worden. Alleen al om het mooie beroep kunstenaar bijzonder te houden. Nee, geef mij maar gewoon Monet, Rembrandt of van Gogh. Dat is kunst met de hoofdletter K. Kunst moet mensen aanspreken, het moet doordacht zijn. Kunst kan in vele opzichten, maar niet in de vorm van een demonstratie over Zwarte Piet. Daarom heb ik een tip voor Petra en Annette: ‘maak kunst vanuit een diepliggende gedachte of ga iets anders doen’. Duitsland of Zweden afzeiken zou een optie kunnen zijn. Als je dan toch iets wil betekenen voor de Nederlandse samenleving, wordt hulppiet. Dan weet je pas wat Zwarte Piet voor onze samenleving betekent.
Zwarte Piet is zwart, omdat hij door de schoorsteen moet. Dat is de enige reden waarom hij er zo uitziet, wij hebben er nooit iets verkeerds mee bedoeld. Prem zei het volgende op het debat: ‘Zwarte Piet moet blijven, maar mag best eens gewassen worden’. Daar ben ik het volledig mee eens. Het Sinterklaasfeest mag best een beetje gemoderniseerd worden. Op een paard rijdt niemand meer en schoorstenen zijn niet meer aanwezig op de huizen. Tradities mogen met hun tijd mee, maar moeten niet verdwijnen. Het Sinterklaasfeest is een van de weinige tradities die typisch Nederlands zijn. Dat moeten we in stand houden. Op die manier kan Piet, Piet blijven. Nederland blijft Nederland. En kunst blijft kunst.
Geschreven door: Merle Witjes.
Sinterklaas is niks zonder hem. Kinderen kijken tegen hem op. Ouders worden even ontzien van hun opvoedtaak en mij laat hij genieten van alle gezelligheid die om het Sinterklaasfeest heen hangt. Ik heb het over onze vriend, Zwarte Piet. Men moet hem niet meer. Die arme man heeft zich jaren ingezet voor ons land en ineens moet hij verdwijnen. Johan Cruijf zien we toch ook nog steeds op tv?
Petra en Annette, twee kunstenaars die de opdracht krijgen om kunst te maken over Nederland. Becoming Dutch genaamd. Dan ga ik er toch vanuit, dat je iets leuks maakt. Iets wat ons aanspreekt, je krijgt namelijk niet voor niets zo’n opdracht. Een Zweed en een Duitser die alleen een demonstratie tegen Zwarte Piet kunnen bedenken. Dan vinden ze het gek, dat Nederlanders hier pissig om worden. Het gezeur over Nederland ben ik nou wel een keer zat. Dat was echt niet de bedoeling van ‘Becoming Dutch’, om even lekker te gaan zeiken over ons land. Hij komt weliswaar uit Spanje, maar het is toch onze Zwarte Piet. Minstens net zo heilig als James Bond of majoor Boshard.
‘Wat is kunst?’. In het debat over Zwarte Piet gaven de kunstenaars het volgende antwoord: ‘alles wat je kunt waarnemen’. Het hoeft tegenwoordig geen enkele betekenis meer te hebben, als je het maar kunt waarnemen. Dit gaat wel heel ver, er mogen nog wel wat eisen aan kunst gesteld worden. Alleen al om het mooie beroep kunstenaar bijzonder te houden. Nee, geef mij maar gewoon Monet, Rembrandt of van Gogh. Dat is kunst met de hoofdletter K. Kunst moet mensen aanspreken, het moet doordacht zijn. Kunst kan in vele opzichten, maar niet in de vorm van een demonstratie over Zwarte Piet. Daarom heb ik een tip voor Petra en Annette: ‘maak kunst vanuit een diepliggende gedachte of ga iets anders doen’. Duitsland of Zweden afzeiken zou een optie kunnen zijn. Als je dan toch iets wil betekenen voor de Nederlandse samenleving, wordt hulppiet. Dan weet je pas wat Zwarte Piet voor onze samenleving betekent.
Zwarte Piet is zwart, omdat hij door de schoorsteen moet. Dat is de enige reden waarom hij er zo uitziet, wij hebben er nooit iets verkeerds mee bedoeld. Prem zei het volgende op het debat: ‘Zwarte Piet moet blijven, maar mag best eens gewassen worden’. Daar ben ik het volledig mee eens. Het Sinterklaasfeest mag best een beetje gemoderniseerd worden. Op een paard rijdt niemand meer en schoorstenen zijn niet meer aanwezig op de huizen. Tradities mogen met hun tijd mee, maar moeten niet verdwijnen. Het Sinterklaasfeest is een van de weinige tradities die typisch Nederlands zijn. Dat moeten we in stand houden. Op die manier kan Piet, Piet blijven. Nederland blijft Nederland. En kunst blijft kunst.
dinsdag 18 november 2008
De Koosjere Halal worst van de Hema
Betoog naar aanleiding van het debat van 1 november j.l.
16 november 2008
Geschreven door: Merle Witjes
Het woord ‘multicultureel’ klinkt prachtig in onze oren, maar is het in werkelijkheid ook zo mooi als wordt gesuggereerd? Ik ben eens de definitie van ‘multicultureel’ gaan opzoeken. Mijn woordenboek vertelde mij het volgende: met elementen uit verschillende culturen. Dit is heel breed en eigenlijk kun je daar alle kanten mee op. Dat is heel mooi, want als ik mij er in ga verdiepen is alles multicultureel. Elk land, elke stad en zelfs elk mens. Ieder persoon heeft zijn eigen cultuur, met zijn eigen gewoontes. Geloof, scholen, verenigingen, nationaliteiten, families, vrienden. Dit zijn enkele voorbeelden die er voor zorgen dat ieder mens een andere cultuur heeft. Jan Hendrik Bakker, schrijver van Welkom in Megapolis, vindt dat de stad een multiculturele basis nodig heeft, daar ben ik het dus volledig mee eens. Wij hebben elkaar nodig. Niemand vindt het fijn alleen te zijn en samen bereik je meer dan alleen. Een stad zonder multiculturele basis, is een lege stad zonder mensen.
Bij multiculturele samenleving, gingen mijn gedachtes altijd uit naar allochtonen. Naar mensen die niet oorspronkelijk uit Nederland kwamen. Voor mij was dat multicultureel. Ik ben niet de enige, er zijn veel mensen die deze definitie van multicultureel op dezelfde manier zien. Typ maar eens ‘multiculturele samenleving’ in bij Google. De meeste items die tevoorschijn komen, gaan over allochtonen. Zelfs Google is niet genoeg geïnformeerd over dit onderwerp. Ieder mens die in Nederland leeft zou een college over multiculturele samenleving moeten krijgen. Zo verdwijnen de vooroordelen en beseffen mensen dat wij allen tot deze samenleving behoren en niet alleen de ‘buitenlanders’. Multicultureel is van alle tijden. Het begon al in de Prehistorie. Het verschil tussen jagers en verzamelaars. Dit verschil werd alleen maar groter toen in 5300 voor Christus, de landbouw en veeteelt erbij kwam. En wat dacht je van de Beeldenstorm? De rellen tussen Protestanten en Rooms Katholieken. Dit heeft toch zeker allemaal te maken met een multiculturele samenleving. Zonder multiculturele samenleving was de geschiedenis maar saai. Dan hadden we niks boeiends te vertellen aan nieuwe generaties.
De cijfers liegen er echter niet om. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) stijgt de werkloosheid onder niet westerse allochtonen. Dit percentage is gestegen van 9% in 2000 tot 16% in 2004. Terwijl in 2004 maar 5% van de autochtonen werkloos was. Je hoeft maar een krant open te slaan en je leest artikelen over Marokkaanse, Antilliaanse en andere allochtonen jongeren die in een negatief daglicht worden gezet. Het SCP heeft ook hier cijfers over. 8% Van de Allochtonen mannen tussen de 18 en 24 jaar worden verdacht van criminele praktijken, in tegenstelling tot de autochtonen. Daar hebben we het over een percentage van 4%. De Antilianen en Marokkanen zijn het meest betrokken bij criminaliteit. Het gaat om 13% van de Antilianen en 18% van de Marokkanen tussen de 18 en 24 jaar. Dan heb ik het nog niet eens over de kerken gehad, die alsmaar leegstromen. Kerken krijgen allerlei andere doeleinden. Er zijn zelfs kerken waar een supermarkt in gebouwd is. Hieruit zou je toch op kunnen maken dat we steeds meer bezig zijn om de multiculturele samenleving weg te werken. De media noemt expres de nationaliteit van de dader. Ook al was het een Nederlander geweest, een Antiliaan of een Marokkaan klinkt veel interessanter. Zodat wij weer kunnen zeggen: ‘zie je wel! Het was weer een buitenlander!’. Want hoe vaak heb je jezelf daar niet op betrapt? Of een priester die in het nieuws is vanwege ontucht. Dan denk je toch ook, ‘weer een priester, het geloof is niet meer wat het geweest is’. Maar niks is interessanter om mede te delen dat het een priester of een allochtoon was geweest, want dat verkoopt gewoon beter.
De samenleving van nu, was er niet geweest door de verschillende elementen van culturen. De vraag die ik in het begin van het betoog stelde: ‘is de multiculturele samenleving wel zo mooi als wordt gesuggereerd?’ Kan ik nu met volmondig ‘JA’ beantwoorden. Een samenleving waar je geen multicultureel aan toe kan voegen is geen samenleving. Ieder mens is tot stand gekomen door zijn eigen cultuur. Wat gelijk antwoord geeft op de stelling van de heer Jan Hendrik Bakker. De stad heeft een multiculturele basis nodig. De cijfers geven aan dat criminaliteit bij allochtonen vaker voorkomt, maar een multiculturele samenleving is meer dan alleen allochtonen. Wij maken met zijn allen deze samenleving. Dat is wat ons land zo mooi maakt. Wij werken met elkaar, leren van elkaar, vragen om elkaar, bieden hulp aan elkaar, we leven soms langs elkaar heen, maar wij zijn ons altijd van elkaar bewust. Dit zal soms met strijd gepaard gaan, maar dan hebben we in ieder geval iets om in de geschiedenisboeken te zetten. Zodat we andere generaties kunnen blijven boeien. De keren dat het wel goed gaat, is vele malen groter. We zijn sensatiebelust, we willen alleen horen wanneer iets verkeerd gaat. Mensen raken steeds minder onder de indruk, waardoor we blijven zoeken naar nieuws die genoeg sensatie geeft. Maar ook dit hoort bij onze cultuur en maakt onze cultuur zoals hij is. Nederland is namelijk geen eenheidsworst, maar de Koosjere Halal worst van de Hema.
16 november 2008
Geschreven door: Merle Witjes
Het woord ‘multicultureel’ klinkt prachtig in onze oren, maar is het in werkelijkheid ook zo mooi als wordt gesuggereerd? Ik ben eens de definitie van ‘multicultureel’ gaan opzoeken. Mijn woordenboek vertelde mij het volgende: met elementen uit verschillende culturen. Dit is heel breed en eigenlijk kun je daar alle kanten mee op. Dat is heel mooi, want als ik mij er in ga verdiepen is alles multicultureel. Elk land, elke stad en zelfs elk mens. Ieder persoon heeft zijn eigen cultuur, met zijn eigen gewoontes. Geloof, scholen, verenigingen, nationaliteiten, families, vrienden. Dit zijn enkele voorbeelden die er voor zorgen dat ieder mens een andere cultuur heeft. Jan Hendrik Bakker, schrijver van Welkom in Megapolis, vindt dat de stad een multiculturele basis nodig heeft, daar ben ik het dus volledig mee eens. Wij hebben elkaar nodig. Niemand vindt het fijn alleen te zijn en samen bereik je meer dan alleen. Een stad zonder multiculturele basis, is een lege stad zonder mensen.
Bij multiculturele samenleving, gingen mijn gedachtes altijd uit naar allochtonen. Naar mensen die niet oorspronkelijk uit Nederland kwamen. Voor mij was dat multicultureel. Ik ben niet de enige, er zijn veel mensen die deze definitie van multicultureel op dezelfde manier zien. Typ maar eens ‘multiculturele samenleving’ in bij Google. De meeste items die tevoorschijn komen, gaan over allochtonen. Zelfs Google is niet genoeg geïnformeerd over dit onderwerp. Ieder mens die in Nederland leeft zou een college over multiculturele samenleving moeten krijgen. Zo verdwijnen de vooroordelen en beseffen mensen dat wij allen tot deze samenleving behoren en niet alleen de ‘buitenlanders’. Multicultureel is van alle tijden. Het begon al in de Prehistorie. Het verschil tussen jagers en verzamelaars. Dit verschil werd alleen maar groter toen in 5300 voor Christus, de landbouw en veeteelt erbij kwam. En wat dacht je van de Beeldenstorm? De rellen tussen Protestanten en Rooms Katholieken. Dit heeft toch zeker allemaal te maken met een multiculturele samenleving. Zonder multiculturele samenleving was de geschiedenis maar saai. Dan hadden we niks boeiends te vertellen aan nieuwe generaties.
De cijfers liegen er echter niet om. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) stijgt de werkloosheid onder niet westerse allochtonen. Dit percentage is gestegen van 9% in 2000 tot 16% in 2004. Terwijl in 2004 maar 5% van de autochtonen werkloos was. Je hoeft maar een krant open te slaan en je leest artikelen over Marokkaanse, Antilliaanse en andere allochtonen jongeren die in een negatief daglicht worden gezet. Het SCP heeft ook hier cijfers over. 8% Van de Allochtonen mannen tussen de 18 en 24 jaar worden verdacht van criminele praktijken, in tegenstelling tot de autochtonen. Daar hebben we het over een percentage van 4%. De Antilianen en Marokkanen zijn het meest betrokken bij criminaliteit. Het gaat om 13% van de Antilianen en 18% van de Marokkanen tussen de 18 en 24 jaar. Dan heb ik het nog niet eens over de kerken gehad, die alsmaar leegstromen. Kerken krijgen allerlei andere doeleinden. Er zijn zelfs kerken waar een supermarkt in gebouwd is. Hieruit zou je toch op kunnen maken dat we steeds meer bezig zijn om de multiculturele samenleving weg te werken. De media noemt expres de nationaliteit van de dader. Ook al was het een Nederlander geweest, een Antiliaan of een Marokkaan klinkt veel interessanter. Zodat wij weer kunnen zeggen: ‘zie je wel! Het was weer een buitenlander!’. Want hoe vaak heb je jezelf daar niet op betrapt? Of een priester die in het nieuws is vanwege ontucht. Dan denk je toch ook, ‘weer een priester, het geloof is niet meer wat het geweest is’. Maar niks is interessanter om mede te delen dat het een priester of een allochtoon was geweest, want dat verkoopt gewoon beter.
De samenleving van nu, was er niet geweest door de verschillende elementen van culturen. De vraag die ik in het begin van het betoog stelde: ‘is de multiculturele samenleving wel zo mooi als wordt gesuggereerd?’ Kan ik nu met volmondig ‘JA’ beantwoorden. Een samenleving waar je geen multicultureel aan toe kan voegen is geen samenleving. Ieder mens is tot stand gekomen door zijn eigen cultuur. Wat gelijk antwoord geeft op de stelling van de heer Jan Hendrik Bakker. De stad heeft een multiculturele basis nodig. De cijfers geven aan dat criminaliteit bij allochtonen vaker voorkomt, maar een multiculturele samenleving is meer dan alleen allochtonen. Wij maken met zijn allen deze samenleving. Dat is wat ons land zo mooi maakt. Wij werken met elkaar, leren van elkaar, vragen om elkaar, bieden hulp aan elkaar, we leven soms langs elkaar heen, maar wij zijn ons altijd van elkaar bewust. Dit zal soms met strijd gepaard gaan, maar dan hebben we in ieder geval iets om in de geschiedenisboeken te zetten. Zodat we andere generaties kunnen blijven boeien. De keren dat het wel goed gaat, is vele malen groter. We zijn sensatiebelust, we willen alleen horen wanneer iets verkeerd gaat. Mensen raken steeds minder onder de indruk, waardoor we blijven zoeken naar nieuws die genoeg sensatie geeft. Maar ook dit hoort bij onze cultuur en maakt onze cultuur zoals hij is. Nederland is namelijk geen eenheidsworst, maar de Koosjere Halal worst van de Hema.
vrijdag 14 november 2008
donderdag 30 oktober 2008
Het theezakje van tante An
Column geschreven door: Merle Witjes
Duurzaamheid. 1 Lang durend. 2 Weinig aan slijtage of bederf onderhevig.
Aldus de dikke van Dale. Mijn definitie van duurzaamheid ziet er heel anders uit: ‘een trend waar we met z’n allen achteraan lopen, maar waar niemand daadwerkelijk wat aan doet. Dit met de enige reden dat wij egoïstisch zijn en niks ons welzijn in de weg mag staan’. Er is dan ook maar één oplossing om de wereld te verbeteren. Stoppen met egoïsme. Alleen op die manier kan er nog wat van de wereld gemaakt worden.
Het woord egoïsme staat echter niet in mijn dikke van Dale. Ik volg namelijk elke woensdag, geheel vrijwillig, colleges over duurzaamheid. Trouw ga ik naar elke les, maak ik alle opdrachten en kom ik als CMV’er zelfs op tijd aan bij de lessen. Een hele woensdag met duurzaamheid bezig zijn is al meer dan de gemiddelde Nederlander in een jaar. Wat ze alleen doodleuk mededelen op die colleges, is dat de wereld over 40 jaar niet meer bestaat. Dit is zware stof, dat zelfs mij als avondmens wakker houdt op de vroege ochtend. Mijn hoofd is veel met dit item bezig, waardoor het onderwerp vaak ter sprake komt bij anderen. Ik zie ze gelijk rekenen. ‘Over 40 jaar, hoe oud ben ik dan?’. Wat maakt het een 20 jarige ook uit, 60 is toch een mooie leeftijd. Een 60 jarige kan het al helemaal niet schelen, want die heeft sowieso geen 40 jaar meer te gaan. En wat doen mensen als ze horen dat ze nog maar 40 jaar te leven hebben? Juist, uit het leven halen wat er in zit. Leven alsof elke dag je laatste is. Denk maar niet dat er dan nog iemand is die zich gaat bekommeren om duurzaamheid. Op het moment dat er werd vastgesteld dat de wereld er over 40 jaar niet meer zou zijn, is de hele betekenis van duurzaamheid verloren gegaan. Het is een woord geworden voor restaurants, waar ze reclame mee kunnen maken. Een woord voor bedrijven, waar ze subsidie mee kunnen ontvangen. Een woord voor mij waar ik wel om kan janken. Duurzaamheid hoort een positieve lading te hebben, maar ik proef alleen de bittere nasmaak.
Mijn tante An geeft het woord duurzaamheid gelukkig weer wat kleur. Zij is namelijk de schoonste, netste en meest principiële vrouw die ik ken. Zij scheidt dan ook keurig haar afval, daar heeft zij een dagtaak aan. Vooral het theezakje moet het dan ontgelden. Deze wordt tot op het bot ontleed. Het zakje gaat in de groene container en het touwtje in de grijze. Voor het nietje rijdt ze naar de stort. Uiteraard doet ze dit op de fiets. Ze heeft wel een auto, maar die is onderhand antiek geworden. Hij staat al jaren, onaangeroerd, in de garage. Dan zou ik bijna het papiertje vergeten dat nog aan het touwtje zit. Deze gaat, zo principieel als mijn lieve tante is, in de papierbak!
Het vergaan van de wereld zal dan ook niet aan haar liggen. Eigenlijk zouden wij allemaal een voorbeeld moeten nemen aan de schoonste, netste en meest principiële tante van deze tijd. Zodat wij pas over 40 jaar ons druk hoeven te maken over de laatste 400000000 jaar op aarde.
Duurzaamheid. 1 Lang durend. 2 Weinig aan slijtage of bederf onderhevig.
Aldus de dikke van Dale. Mijn definitie van duurzaamheid ziet er heel anders uit: ‘een trend waar we met z’n allen achteraan lopen, maar waar niemand daadwerkelijk wat aan doet. Dit met de enige reden dat wij egoïstisch zijn en niks ons welzijn in de weg mag staan’. Er is dan ook maar één oplossing om de wereld te verbeteren. Stoppen met egoïsme. Alleen op die manier kan er nog wat van de wereld gemaakt worden.
Het woord egoïsme staat echter niet in mijn dikke van Dale. Ik volg namelijk elke woensdag, geheel vrijwillig, colleges over duurzaamheid. Trouw ga ik naar elke les, maak ik alle opdrachten en kom ik als CMV’er zelfs op tijd aan bij de lessen. Een hele woensdag met duurzaamheid bezig zijn is al meer dan de gemiddelde Nederlander in een jaar. Wat ze alleen doodleuk mededelen op die colleges, is dat de wereld over 40 jaar niet meer bestaat. Dit is zware stof, dat zelfs mij als avondmens wakker houdt op de vroege ochtend. Mijn hoofd is veel met dit item bezig, waardoor het onderwerp vaak ter sprake komt bij anderen. Ik zie ze gelijk rekenen. ‘Over 40 jaar, hoe oud ben ik dan?’. Wat maakt het een 20 jarige ook uit, 60 is toch een mooie leeftijd. Een 60 jarige kan het al helemaal niet schelen, want die heeft sowieso geen 40 jaar meer te gaan. En wat doen mensen als ze horen dat ze nog maar 40 jaar te leven hebben? Juist, uit het leven halen wat er in zit. Leven alsof elke dag je laatste is. Denk maar niet dat er dan nog iemand is die zich gaat bekommeren om duurzaamheid. Op het moment dat er werd vastgesteld dat de wereld er over 40 jaar niet meer zou zijn, is de hele betekenis van duurzaamheid verloren gegaan. Het is een woord geworden voor restaurants, waar ze reclame mee kunnen maken. Een woord voor bedrijven, waar ze subsidie mee kunnen ontvangen. Een woord voor mij waar ik wel om kan janken. Duurzaamheid hoort een positieve lading te hebben, maar ik proef alleen de bittere nasmaak.
Mijn tante An geeft het woord duurzaamheid gelukkig weer wat kleur. Zij is namelijk de schoonste, netste en meest principiële vrouw die ik ken. Zij scheidt dan ook keurig haar afval, daar heeft zij een dagtaak aan. Vooral het theezakje moet het dan ontgelden. Deze wordt tot op het bot ontleed. Het zakje gaat in de groene container en het touwtje in de grijze. Voor het nietje rijdt ze naar de stort. Uiteraard doet ze dit op de fiets. Ze heeft wel een auto, maar die is onderhand antiek geworden. Hij staat al jaren, onaangeroerd, in de garage. Dan zou ik bijna het papiertje vergeten dat nog aan het touwtje zit. Deze gaat, zo principieel als mijn lieve tante is, in de papierbak!
Het vergaan van de wereld zal dan ook niet aan haar liggen. Eigenlijk zouden wij allemaal een voorbeeld moeten nemen aan de schoonste, netste en meest principiële tante van deze tijd. Zodat wij pas over 40 jaar ons druk hoeven te maken over de laatste 400000000 jaar op aarde.
maandag 20 oktober 2008
Lofrede de Trein
De Trein
“Het mooiste wat uit het Noorden komt is de trein naar Eindhoven”. Een mooie zin van Theo Maassen die ik maar al te graag over neem .
Laat de auto staan en ga reizen met de trein. Dat is wat ik iedereen aan zou raden. Want niks is zo fijn vooruitkomen als met de trein. Elke vrijdag stap ik weer vrolijk in, want ik weet nooit wat me te wachten staat. Waar zouden ze werkzaamheden hebben? Waar is er vertraging? Waar stopt de trein er ineens mee? Elke keer is het weer een verassing als je met de trein reist. Laatst zat ik in de trein op weg naar Eindhoven, toen er ineens aan de noodrem werd getrokken. Mensen zorgen altijd voor afleiding. Maar deze persoon zorgde zelfs voor het genot van de hele trein. Ook de sociale contacten werden op deze manier aangesterkt, want iedereen greep naar de telefoon of ging met elkaar in gesprek. Ook de conducteur wilde hem graag ontmoeten. “Wil degene die aan de noodrem heeft getrokken zich melden bij de conducteur” riep hij om in de trein. Deze persoon had ik graag willen bedanken, maar helaas kreeg alleen de conducteur het genoegen hem te ontmoeten.
Na maar een half uur te hebben gewacht ging de trein al weer verder en verzonk iedereen weer in zijn of haar boek en gedachten. Ik vraag me dan steeds af waar al die mensen toch heen zouden gaan. Wie heeft dezelfde bestemming als mij en gaan naar huis toe? Wie heeft er nog een lange dag te gaan voordat hij thuis is? Hoe zou zijn of haar thuis eruit zien? Interessante gedachtes toch? Die heb je alleen in de trein. Want in de auto kom je die mensen niet tegen hoor.
Het is altijd een gezellige drukte in de treinen en op het station. Neem nou de roltrap op het station. Iedereen staat gezellig op elkaar, te wachten tot ze boven zijn. Zelfs mensen die haast hebben, blijven wachten. Als je de trein dan mist, heb je het in ieder geval gezellig gehad. In Amersfoort wilden ze deze gezelligheid niet meer hebben. Daar staan links op de trap groene voetjes, daar mag je niet meer staan maar moet je lopen. Rechts van de trap staan rode voetjes, daar mag je dus wel staan. Maar dat is toch niet gezellig, met z’n allen achter elkaar? Nee, wij Nederlanders willen juist met een kluitje op elkaar staan. Dat zijn we gewend, daar houden wij van. Wij willen niet de roltrapcultuur uit Engeland! Gelukkig was het maar een probeersel van Amersfoort en worden de groene voetjes hopelijk snel ingeruild voor allemaal rode, zodat wij ook op de roltrap van Amersfoort weer met z’n allen op elkaar kunnen staan!
Wat trouwens echt een band schept tussen treinreizigers is de mobiele telefoon. Elk telefoongesprek delen wij met elkaar. Treinreizigers zijn niet te bescheiden om het voor zichzelf te houden. In allerlei talen worden er gesprekken gevoerd. Het ene probleem na het andere krijg je te horen. Ik als CMV’er leer mooi hoe mensen met die problemen omgaan en heb door het treinreizen al aardig wat ervaring op kunnen doen in de praktijk.
En om mijn ervaring uit te breiden loop ik graag over het station van Utrecht. Ik heb veel stations gezien, maar het station in Utrecht is toch wel de beste. Alle treinen komen daar bijeen, zo ook allerlei mensen. Heerlijk om over het station van Utrecht te lopen, ik kijk mijn ogen uit. Iedereen is bezig, treinkaartjes kopen, het juiste perron zoeken, vragen om hulp, eten halen… Op het station van Utrecht kun je een hele middag gaan zitten en je niet vervelen. Wat verschilt het Utrechtse station met die van Eindhoven bijvoorbeeld? In Utrecht zijn er namelijk bijna altijd werkzaamheden en dan vooral in het weekend. Heel slim bedacht trouwens, want in het weekend gaan er zeer weinig mensen met de trein. Door die werkzaamheden stranden veel mensen op het station in Utrecht. En dat schept een band tussen treinreizigers onderling.
Kortom: De trein brengt ons niet alleen van A naar B, maar brengt ons ook de saamhorigheid waar de individualistische Nederlander zo naar verlangd.
“Het mooiste wat uit het Noorden komt is de trein naar Eindhoven”. Een mooie zin van Theo Maassen die ik maar al te graag over neem .
Laat de auto staan en ga reizen met de trein. Dat is wat ik iedereen aan zou raden. Want niks is zo fijn vooruitkomen als met de trein. Elke vrijdag stap ik weer vrolijk in, want ik weet nooit wat me te wachten staat. Waar zouden ze werkzaamheden hebben? Waar is er vertraging? Waar stopt de trein er ineens mee? Elke keer is het weer een verassing als je met de trein reist. Laatst zat ik in de trein op weg naar Eindhoven, toen er ineens aan de noodrem werd getrokken. Mensen zorgen altijd voor afleiding. Maar deze persoon zorgde zelfs voor het genot van de hele trein. Ook de sociale contacten werden op deze manier aangesterkt, want iedereen greep naar de telefoon of ging met elkaar in gesprek. Ook de conducteur wilde hem graag ontmoeten. “Wil degene die aan de noodrem heeft getrokken zich melden bij de conducteur” riep hij om in de trein. Deze persoon had ik graag willen bedanken, maar helaas kreeg alleen de conducteur het genoegen hem te ontmoeten.
Na maar een half uur te hebben gewacht ging de trein al weer verder en verzonk iedereen weer in zijn of haar boek en gedachten. Ik vraag me dan steeds af waar al die mensen toch heen zouden gaan. Wie heeft dezelfde bestemming als mij en gaan naar huis toe? Wie heeft er nog een lange dag te gaan voordat hij thuis is? Hoe zou zijn of haar thuis eruit zien? Interessante gedachtes toch? Die heb je alleen in de trein. Want in de auto kom je die mensen niet tegen hoor.
Het is altijd een gezellige drukte in de treinen en op het station. Neem nou de roltrap op het station. Iedereen staat gezellig op elkaar, te wachten tot ze boven zijn. Zelfs mensen die haast hebben, blijven wachten. Als je de trein dan mist, heb je het in ieder geval gezellig gehad. In Amersfoort wilden ze deze gezelligheid niet meer hebben. Daar staan links op de trap groene voetjes, daar mag je niet meer staan maar moet je lopen. Rechts van de trap staan rode voetjes, daar mag je dus wel staan. Maar dat is toch niet gezellig, met z’n allen achter elkaar? Nee, wij Nederlanders willen juist met een kluitje op elkaar staan. Dat zijn we gewend, daar houden wij van. Wij willen niet de roltrapcultuur uit Engeland! Gelukkig was het maar een probeersel van Amersfoort en worden de groene voetjes hopelijk snel ingeruild voor allemaal rode, zodat wij ook op de roltrap van Amersfoort weer met z’n allen op elkaar kunnen staan!
Wat trouwens echt een band schept tussen treinreizigers is de mobiele telefoon. Elk telefoongesprek delen wij met elkaar. Treinreizigers zijn niet te bescheiden om het voor zichzelf te houden. In allerlei talen worden er gesprekken gevoerd. Het ene probleem na het andere krijg je te horen. Ik als CMV’er leer mooi hoe mensen met die problemen omgaan en heb door het treinreizen al aardig wat ervaring op kunnen doen in de praktijk.
En om mijn ervaring uit te breiden loop ik graag over het station van Utrecht. Ik heb veel stations gezien, maar het station in Utrecht is toch wel de beste. Alle treinen komen daar bijeen, zo ook allerlei mensen. Heerlijk om over het station van Utrecht te lopen, ik kijk mijn ogen uit. Iedereen is bezig, treinkaartjes kopen, het juiste perron zoeken, vragen om hulp, eten halen… Op het station van Utrecht kun je een hele middag gaan zitten en je niet vervelen. Wat verschilt het Utrechtse station met die van Eindhoven bijvoorbeeld? In Utrecht zijn er namelijk bijna altijd werkzaamheden en dan vooral in het weekend. Heel slim bedacht trouwens, want in het weekend gaan er zeer weinig mensen met de trein. Door die werkzaamheden stranden veel mensen op het station in Utrecht. En dat schept een band tussen treinreizigers onderling.
Kortom: De trein brengt ons niet alleen van A naar B, maar brengt ons ook de saamhorigheid waar de individualistische Nederlander zo naar verlangd.
zaterdag 18 oktober 2008
Gokvergrijzing
Artikel voor het vak 'onderzoek' van Judith Arts
Gokvergrijzing
9 Oktober 2008
Door Kim Gudden en Merle Witjes.
EINDHOVEN - Naar aanleiding van het krantenartikel ‘gokverslaafden weigeren in gokhallen’ van 27 augustus 2008 uit het Eindhovens Dagblad, zijn wij een onderzoek gestart. In dit artikel wordt er gesproken over de leeftijdsgrens van casino’s. De burgemeester van Eindhoven wil deze leeftijdsgrens verhogen van 18 naar 21 jaar, om zo de gokverslaving terug te dringen. Aangezien wij nog nooit in een casino zijn geweest, waren wij benieuwd of er daadwerkelijk zoveel jongeren lopen als wordt beweerd in het desbetreffende artikel.
Wij waren van plan om ons te gaan richten op de basisemoties van de gokkers. Ieder mens heeft namelijk dezelfde basisemoties. Door op deze emoties te gaan letten, wilden wij erachter zien te komen of het daadwerkelijk effect op de gokker heeft als je wint of verliest. Wij kwamen er echter al snel achter dat tijdens het spel weinig tot geen emoties getoond werden. Wij zijn daarom over gegaan op een andere onderzoeksvraag. ‘Hoeveel ouderen kunnen wij constateren bij de roulettetafel, gokkasten en de Black Jack tafel?’ ‘Hoe is de verdeling man/ vrouw?’. Waarom wij voor ouderen hebben gekozen leest u verder in het artikel.
Per spel hebben we bekeken hoeveel ouderen, jongeren, mannen en vrouwen er waren. Het verschil tussen jongeren en volwassenen is lastig te zien. Je kan niet aan iedereen zien of hij 18 of 30 is. De ouderdom komt duidelijker tot uiting in het uiterlijk van de mens. Ouderdom is zelfs te herkennen aan het uiterlijk. De haren worden grijs en vaak dunner. Ook de huid wordt slapper en rimpelig en gaat op bepaalde plaatsen hangen. De huid krijgt ook een ander aanzien, hij wordt vlekkerig, bleek en dun. Deze kenmerken komen uit het boek Kennis van doelgroepen geschreven door A.C. Verhoef. Hierop is ons onderzoek dan ook gebaseerd.
Wij zijn begonnen bij de gokkasten, omdat ons daar de hoeveelheid ouderen tegen over de aantal jongeren opviel. In totaal waren er 22 mensen bij de gokkasten. 73% van deze gokkers waren ouderen. Bij de gokkasten viel ook op dat de meerderheid vrouw was, namelijk 64% van de gokkers. Het spelen op een gokkast is een individueel spel, er zaten twee mensen samen te spelen. De overige 20 personen speelden alleen, tussen hen was geen contact.
Vervolgens hebben wij het onderzoek voortgezet bij de roulette tafels. Daar viel juist op dat de meerderheid man was, in tegenstelling tot de gokkasten. 60% Van de gokkers aan de roulette tafel waren mannen. Alle mannen die aan de roulette tafel stonden vielen onder de categorie ‘ouderen’. Dit betekent dat ook 60% van de mensen aan de roulette tafel ouderen waren.
Na onze observatie aan de roulettetafel en bij de gokkasten zijn we wat te drinken gaan halen bij de bar. Op die manier konden wij de Black Jack tafels observeren, zonder zelf mee te hoeven doen. Ook bij de Black Jack tafel hadden de mannen de overhand. 74% Was man. Er waren minder ouderen aanwezig bij de Black Jack tafel, want dat was 27%.
Vervolgens is een van ons mee gaan spelen om het gevoel van het gokken te ervaren. De ander is het gedrag gaan observeren. We hadden afgesproken één muntje te gaan kopen en dan maar zien hoe ver we daarmee zouden komen. Als dat muntje snel weggespeeld was, dan zouden we de rollen omdraaien. Maar dit was niet nodig, want gelijk bij de eerste inzet wonnen we muntjes. Er ontstond een euforisch gevoel, waardoor we door wilden spelen. Bij ons kon je juist wel de emoties zien. Bij het winnen begonnen we te juichen, bij het verliezen hoorde je een teleurgestelde ‘ah…’
We hebben er expres voor gekozen om eerst de observatie te gaan doen en daarna mee te spelen. Op die manier hou je een objectief onderzoek. De percentages ouderen waren al aanwezig toen wij zelf mee gingen spelen en is daardoor niet beïnvloed door ons spel.
Uit ons onderzoek is gebleken dat er weinig jongeren waren in het casino. Alleen de Black Jack tafel was geliefd bij het jongere publiek. Wij waren zelfs op de studentenavond aanwezig. Naarmate het later werd, kwamen er een paar jongeren binnen druppelen, maar de meerderheid bleef oudere. Aangezien wij één avond hebben geobserveerd in het casino, is het lastig om de conclusie te trekken dat het niet nodig is om de leeftijdsgrens te verhogen. Wel zou het goed zijn als de burgemeester van Eindhoven, die de leeftijdsgrens wil verhogen, zich ook zou verdiepen in de oudere gokkers.
De conclusie van het onderzoek ziet er als volgt uit. Op donderdag 25 september 2008 tussen 20.00 en 22.00 uur waren de meerderheid van de gokkers bij de roulettetafel, gokkasten en de Black Jack tafel ouderen.
Kim Gudden (2127457) Merle Witjes (2133165)
Gokvergrijzing
9 Oktober 2008
Door Kim Gudden en Merle Witjes.
EINDHOVEN - Naar aanleiding van het krantenartikel ‘gokverslaafden weigeren in gokhallen’ van 27 augustus 2008 uit het Eindhovens Dagblad, zijn wij een onderzoek gestart. In dit artikel wordt er gesproken over de leeftijdsgrens van casino’s. De burgemeester van Eindhoven wil deze leeftijdsgrens verhogen van 18 naar 21 jaar, om zo de gokverslaving terug te dringen. Aangezien wij nog nooit in een casino zijn geweest, waren wij benieuwd of er daadwerkelijk zoveel jongeren lopen als wordt beweerd in het desbetreffende artikel.
Wij waren van plan om ons te gaan richten op de basisemoties van de gokkers. Ieder mens heeft namelijk dezelfde basisemoties. Door op deze emoties te gaan letten, wilden wij erachter zien te komen of het daadwerkelijk effect op de gokker heeft als je wint of verliest. Wij kwamen er echter al snel achter dat tijdens het spel weinig tot geen emoties getoond werden. Wij zijn daarom over gegaan op een andere onderzoeksvraag. ‘Hoeveel ouderen kunnen wij constateren bij de roulettetafel, gokkasten en de Black Jack tafel?’ ‘Hoe is de verdeling man/ vrouw?’. Waarom wij voor ouderen hebben gekozen leest u verder in het artikel.
Per spel hebben we bekeken hoeveel ouderen, jongeren, mannen en vrouwen er waren. Het verschil tussen jongeren en volwassenen is lastig te zien. Je kan niet aan iedereen zien of hij 18 of 30 is. De ouderdom komt duidelijker tot uiting in het uiterlijk van de mens. Ouderdom is zelfs te herkennen aan het uiterlijk. De haren worden grijs en vaak dunner. Ook de huid wordt slapper en rimpelig en gaat op bepaalde plaatsen hangen. De huid krijgt ook een ander aanzien, hij wordt vlekkerig, bleek en dun. Deze kenmerken komen uit het boek Kennis van doelgroepen geschreven door A.C. Verhoef. Hierop is ons onderzoek dan ook gebaseerd.
Wij zijn begonnen bij de gokkasten, omdat ons daar de hoeveelheid ouderen tegen over de aantal jongeren opviel. In totaal waren er 22 mensen bij de gokkasten. 73% van deze gokkers waren ouderen. Bij de gokkasten viel ook op dat de meerderheid vrouw was, namelijk 64% van de gokkers. Het spelen op een gokkast is een individueel spel, er zaten twee mensen samen te spelen. De overige 20 personen speelden alleen, tussen hen was geen contact.
Vervolgens hebben wij het onderzoek voortgezet bij de roulette tafels. Daar viel juist op dat de meerderheid man was, in tegenstelling tot de gokkasten. 60% Van de gokkers aan de roulette tafel waren mannen. Alle mannen die aan de roulette tafel stonden vielen onder de categorie ‘ouderen’. Dit betekent dat ook 60% van de mensen aan de roulette tafel ouderen waren.
Na onze observatie aan de roulettetafel en bij de gokkasten zijn we wat te drinken gaan halen bij de bar. Op die manier konden wij de Black Jack tafels observeren, zonder zelf mee te hoeven doen. Ook bij de Black Jack tafel hadden de mannen de overhand. 74% Was man. Er waren minder ouderen aanwezig bij de Black Jack tafel, want dat was 27%.
Vervolgens is een van ons mee gaan spelen om het gevoel van het gokken te ervaren. De ander is het gedrag gaan observeren. We hadden afgesproken één muntje te gaan kopen en dan maar zien hoe ver we daarmee zouden komen. Als dat muntje snel weggespeeld was, dan zouden we de rollen omdraaien. Maar dit was niet nodig, want gelijk bij de eerste inzet wonnen we muntjes. Er ontstond een euforisch gevoel, waardoor we door wilden spelen. Bij ons kon je juist wel de emoties zien. Bij het winnen begonnen we te juichen, bij het verliezen hoorde je een teleurgestelde ‘ah…’
We hebben er expres voor gekozen om eerst de observatie te gaan doen en daarna mee te spelen. Op die manier hou je een objectief onderzoek. De percentages ouderen waren al aanwezig toen wij zelf mee gingen spelen en is daardoor niet beïnvloed door ons spel.
Uit ons onderzoek is gebleken dat er weinig jongeren waren in het casino. Alleen de Black Jack tafel was geliefd bij het jongere publiek. Wij waren zelfs op de studentenavond aanwezig. Naarmate het later werd, kwamen er een paar jongeren binnen druppelen, maar de meerderheid bleef oudere. Aangezien wij één avond hebben geobserveerd in het casino, is het lastig om de conclusie te trekken dat het niet nodig is om de leeftijdsgrens te verhogen. Wel zou het goed zijn als de burgemeester van Eindhoven, die de leeftijdsgrens wil verhogen, zich ook zou verdiepen in de oudere gokkers.
De conclusie van het onderzoek ziet er als volgt uit. Op donderdag 25 september 2008 tussen 20.00 en 22.00 uur waren de meerderheid van de gokkers bij de roulettetafel, gokkasten en de Black Jack tafel ouderen.
Kim Gudden (2127457) Merle Witjes (2133165)
donderdag 16 oktober 2008
De Pollanders
De Pollanders
Donderdag 2 oktober 2008.
Door Merle Witjes
OIRSCHOT – Op 2 oktober jongst leden was er in Oirschot een conferentie over emigranten naar Oost Europa. Bij de conferentie werd er uitgebreid ingegaan op deze nieuwe emigratie stroom. Oost Europa wordt namelijk steeds populairder onder de Nederlanders. Frankrijk, Spanje en Italië hebben we nou wel gezien. Bij elk emigratie programma op tv komen deze landen aan bod. Nee, wij Nederlanders houden van afwisseling en verandering. Maar is dat de echte reden dat de Nederlanders naar Oost Europa vertrekken of zit er meer achter? Hoe is deze stroom tot stand gekomen? In dit artikel komt u daar achter.
Wat trekt Oost Europa nou zo aan? Dat is de vraag die ik mij stelde voordat ik naar de conferentie toe ging. Ik weet eigenlijk niet zo veel van Oost Europa, alleen dat het er erg koud is. Maar ik kwam daar al snel achter, want bij de conferentie werden wij zeer goed ontvangen. Er waren Poolse hapjes bereid, die we weg konden spoelen met Wodka. Niks is meer Oost Europees dan Wodka. Het is er dus niet alleen koud, maar ook zeer gastvrij.
Eindelijk iemand aan het woord die naar Oost Europa is verhuisd. Deze beste man heeft een agrarisch bedrijf opgezet in Polen. Zo hoeft hij geen moeite te doen om onder valse voorwendselen de Polen helemaal naar Nederland te halen, ‘ze komen vanzelf’ zegt hij. Door het idee van de Belg waren er ondertussen zoveel Oost Europeanen naar Nederland gekomen, dat hij door de Polen het bos niet meer zag. ‘Het beste wat je dan kan doen is naar Polen verhuizen, aangezien ze nu allemaal in Nederland wonen’. Een wijze opmerking, die ik zeker noteer. De kosten spelen een grote rol. Niet alleen de mensen, maar ook de grond is daar veel goedkoper. Voor veel Nederlanders DE reden om naar Polen te verhuizen. En gelijk hebben ze, waarom hier blijven als het ergens anders goedkoper kan?
Na deze twee wijze sprekers en een paar glazen wodka later, is het voor mij een stuk duidelijker geworden wat de echte reden is van ons vertrek: ‘Nederland is vol met Polen en Polen is leeg’.
Donderdag 2 oktober 2008.
Door Merle Witjes
OIRSCHOT – Op 2 oktober jongst leden was er in Oirschot een conferentie over emigranten naar Oost Europa. Bij de conferentie werd er uitgebreid ingegaan op deze nieuwe emigratie stroom. Oost Europa wordt namelijk steeds populairder onder de Nederlanders. Frankrijk, Spanje en Italië hebben we nou wel gezien. Bij elk emigratie programma op tv komen deze landen aan bod. Nee, wij Nederlanders houden van afwisseling en verandering. Maar is dat de echte reden dat de Nederlanders naar Oost Europa vertrekken of zit er meer achter? Hoe is deze stroom tot stand gekomen? In dit artikel komt u daar achter.
Wat trekt Oost Europa nou zo aan? Dat is de vraag die ik mij stelde voordat ik naar de conferentie toe ging. Ik weet eigenlijk niet zo veel van Oost Europa, alleen dat het er erg koud is. Maar ik kwam daar al snel achter, want bij de conferentie werden wij zeer goed ontvangen. Er waren Poolse hapjes bereid, die we weg konden spoelen met Wodka. Niks is meer Oost Europees dan Wodka. Het is er dus niet alleen koud, maar ook zeer gastvrij.
De bijeenkomst begint en iedereen is in uiterst goede stemming. We beginnen met een Belgische spreker die Polen in dienst heeft. Deze spreker is werkzaam bij een Belgisch tv station. Hij is met het idee gekomen om Polen in dienst te nemen. “Zij waren goedkoop en wilden al het werk wel doen”. Eigenlijk hadden de Nederlanders dit idee al jaren geleden tot uitvoering gebracht. De Turken wilden toen een betere toekomst en daar speelden wij mooi op in. Ook zij waren goedkope krachten op zoek naar werk. Onder valse voorwendselen hebben wij ze naar Nederland gehaald. De Belgen gaan er nu mee aan de haal, maar oorspronkelijk was het ons idee. Toch vinden wij het niet zo heel erg, aangezien de stroom Turken zeer verminderd is, moeten we nu ergens anders onze goedkope krachten vandaan halen. Een mooi verhaal van deze Belg, maar het zegt mij nog niks over de stroom Nederlanders naar Oost Europa. Gelukkig brengt de volgende spreker daar verandering in.
Eindelijk iemand aan het woord die naar Oost Europa is verhuisd. Deze beste man heeft een agrarisch bedrijf opgezet in Polen. Zo hoeft hij geen moeite te doen om onder valse voorwendselen de Polen helemaal naar Nederland te halen, ‘ze komen vanzelf’ zegt hij. Door het idee van de Belg waren er ondertussen zoveel Oost Europeanen naar Nederland gekomen, dat hij door de Polen het bos niet meer zag. ‘Het beste wat je dan kan doen is naar Polen verhuizen, aangezien ze nu allemaal in Nederland wonen’. Een wijze opmerking, die ik zeker noteer. De kosten spelen een grote rol. Niet alleen de mensen, maar ook de grond is daar veel goedkoper. Voor veel Nederlanders DE reden om naar Polen te verhuizen. En gelijk hebben ze, waarom hier blijven als het ergens anders goedkoper kan?
Na deze twee wijze sprekers en een paar glazen wodka later, is het voor mij een stuk duidelijker geworden wat de echte reden is van ons vertrek: ‘Nederland is vol met Polen en Polen is leeg’.
Abonneren op:
Posts (Atom)